zondag 10 augustus 2014

Vakantie (3) - thuis

Vantevoren heb ik altijd veel zin om op vakantie te zijn, maar zie ik toch altijd weer op tegen het inpakken. Voor vertrek raak ik meestal lichtelijk gestresst. Alleen spullen in een tas stoppen lijkt best te doen, maar daar komen altijd dingen bij als kleren die mee moeten maar nog in de wasmachine zitten, spullen die kwijt of stuk blijken te zijn, kinderen die er enthousiast vandoor gaan met dingen die ik net klaar gelegd dacht te hebben.

Deze keer ging het best goed (lees: we waren niet tot middernacht bezig en kregen geen ruzie als gevolg van te laat nog bezig zijn met inpakken en opruimen), maar ik blijf het een heel gedoe vinden. In de week voor vertrek was het erg warm, waardoor ik meer zin had om lekker lui een boek te lezen dan op de warme zolder de kampeerspullen op te zoeken. Die hadden we drie jaar geleden voor het laatst gebruikt en netjes allemaal bij elkaar opgeborgen. Tent, haringen, gaspit, waslijn, fijne stoel 1. Fijne stoel 2, die er om onduidelijke reden niet bij lag, bleek op de vlonder in de schuur te liggen. Om het campinggevoel vast op te roepen ging ik er even op zitten. Reden opgehelderd, stoel doorgezakt. Met een passend boutje was hij zo weer gerepareerd, maar je vraagt je toch af waarom we dat niet drie jaar geleden meteen gedaan hadden.

Langzaamaan begon het ergens op te lijken, stapelden de spullen en tassen zich op. En daar maakte ik me dan ook weer druk over. Waarom nemen we zoveel spullen mee? Maar ja. Voor kamperen heb je nou eenmaal wel een tent nodig, en slaapzakken, luchtbedden, pannen, een teiltje, dat soort dingen. Hoewel het dus tijdens het inpakken zo warm was dat ik me niet kon voorstellen dat ik een paar dagen later blij zou zijn met een warme pyama, nam ik die toch mee, en naast een parasol, zwemspullen, slippers en voor iedereen een badhanddoek, ook paraplu's, vesten en vijf paar laarzen.

Tijdens het inpakken leek het me onwaarschijnlijk dat we overal aan zouden denken, maar toen de vakantie eenmaal begonnen was bleek dat we niks vergeten waren. Hoewel het meestal heerlijk weer was, hebben we de laarzen en vesten ook aangehad, en werden de nachten zo fris dat we inderdaad blij waren met warme pyama's.

Genoten, tot rust gekomen, was ik toch ook wel weer blij om weer naar huis te gaan. Op de klok duurde de terugweg even lang als de heenweg. Toch leek het terug veel sneller te gaan. Heen veel geklommen, betekent terug vaker dalen. Ook lijkt het minder lang te duren als je al weet waar je naar toegaat, met elk stukje dichter bij huis komt.


Wat is het dan fijn om veilig weer thuis te komen, de was in de wasmachine te stoppen, de wc in de buurt te hebben, weer eens uitgebreid te koken, in je eigen bed te slapen.

Weer thuis!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten